Wat heel erg bij mij hoort is hang naar avontuur. Als kind bijvoorbeeld droomde ik van beroepen die tot mijn verbeelding spraken, zoals actrice, journalist, mensen helpen… Ik kan de opwinding hierover zo weer oproepen. Ik voel een soort tinteling in mijn buik en een verlangen naar actie.
Missiezuster in verre, interessante oorden leek me ook wel wat. Toch ging daar al snel een dikke streep door. In mijn eentje de hele tijd leek me niet echt gezellig. Misschien werd ik wel verliefd op iemand en dat mocht natuurlijk niet van de katholieke kerk.
Leef jij je dromen?
Als ik kijk wat ik tot nu toe in mijn leven heb gedaan qua werk, dan zijn mijn dromen ruimschoots uitgekomen. Met veel plezier ben ik al meer dan 30 jaar hulpverlener. Ik verplaats me heel makkelijk in een ander. Ik luister, ik vraag, ik schrijf en analyseer. Precies wat journalisten en acteurs in meerdere of mindere mate ook doen.
Hoeveel rek heb jij op je werkplek?
Mijn gedachten gaan terug in de tijd. Het is 1994. Ik werk als maatschappelijk werker voor een organisatie in Amsterdam. Ik begeleid jongeren die nogal wat achter hun kiezen hebben. Er valt veel te leren o.a. hoe het is om voor het eerst op zichzelf te wonen. Een uitdagende baan, want pubers houden natuurlijk erg van het spelen met grenzen. Voor gesprekken ga ik naar hun woonplek. Soms gaat een afspraak niet door. Ik ga dan of terug naar kantoor of ik neem een bakkie koffie op weg naar een andere afspraak.
Hoe is het met jouw inspiratie?
Gedurende acht jaar bezoek ik een aantal malen café 1890 in Buitenveldert. Een no-nonsens, bruin café. Ik werk daar gewoon door aan rapportages, lees vergaderstukken en intussen eet ik een broodje. Soms heb ik onverwachte ontmoetingen.
Op een dag voel ik ineens dat er naar me wordt gekeken. Ik kijk op en zie een hippieachtig figuur vlak voor me staan. Haar in een staart, versleten spijkerpak, donkere zonnebril, sigaret in zijn mondhoek. ‘Zo mop ben je de boekhouding hier aan het doen?’ Ik glimlach naar hem, mompel ja en laat het erbij. Even geen zin in een gesprek.
Laat je creativiteit de vrije loop
Ik kijk of ik bekende gezichten zie. Bij een eerste ontmoeting staan ze al op mijn harde schijf. Dus bij de tweede keer is het een makkie. Ineens zie ik ze zitten, een ouder stel. Vaste stamgasten hier, ik heb ze al vrij vaak gezien. Ik laat mijn fantasie de vrije loop en vraag me af wat voor leven ze leiden en geleden hebben. Fascinerend toch? Ieder mens – oud, jong, arm, rijk, dik, dun, whatever – heeft iets te vertellen.
Ik heb nooit de stap gewaagd om aan het stel in Buitenveldert te vragen wat hun verhaal is. Het kan niet anders of ze hebben samen een warm, liefdevol leven. Vaak, toeval of niet, zit ik dicht bij ze in de buurt. Nooit een onvertogen woord gehoord. Geen irritatie, geen geroddel. Gewoon een stel hele lieve mensen.
Een aantal jaren later komt het volgende gedicht uit mijn pen:
Twee handen ineen
Het was 1992
Ik zag ze voor het eerst
Twee hele oude mensen
nog steeds innig verliefd
Zij keek naar hem
Zijn sterke neus, de donkere wimpers
Twee handen verstrengeld in elkaar
Samen genietend van een bakje koffie
Hij liep zelfverzekerd
Zij zeker niet
Hij leidde haar
en zij volgde hem naar de overkant van de weg
Het was weer gelukt
om zonder slag of stoot
daar aan te komen
Het was 2000
Mijn werkplek lag nu elders
Ik hoopte ze nog één keer te zien
in het café in Buitenveldert
Ik had geluk, daar kwamen ze aan
Een tikje ouder en weer wat brozer
Dezelfde liefdevolle blikken
naar elkaar
In al die jaren
dat ik ze op deze plek trof
Geen onvertogen woord, geen harde blik
alleen pure liefde
Het is 2005
Mijn vader op zijn sterfbed
Zijn hand zoekt die van mijn moeder
Ze zijn 61 jaar getrouwd
Ze doen mij denken aan ‘mijn’ oude echtpaar
dat ik vele malen ontmoette
als ik pauze had van mijn werk
Mijn vader, mijn moeder
‘Mijn’ echtpaar
Ik ben geroerd, geraakt