Verwachtingsvol, mijn telefoon binnen handbereik, begin ik aan mijn eerste dag als zelfstandige. Het is april 2004. Aan ons bedrijf is net de laatste hand gelegd. De opening die daar meteen op volgde, voel ik nog in mijn lijf. Blijdschap en vermoeidheid strijden om de eerste plaats. In groten getale waren vrienden, kennissen, buren en familie naar Rijksweg 115 in Limmen gekomen. Frans, mijn partner en mede-oprichter van Centrum Meander en ik werden overstelpt met voornamelijk bloemen en planten. Wat een rijk gevoel om zoveel warmte te mogen ontvangen.
April 2004
Ik ben bijna 50 jaar en heb ontzettend veel zin in een nieuw avontuur! Op kantoor kan ik vanachter een glaswand zien wie er binnenkomt. Een jongen van een jaar of twintig is de eerste die dag. Hij sleept wat met zijn rechterbeen doordat zijn knie flink in het verband zit. Frans verkent even in de wachtruimte de Volkskrant. Amicaal groet hij de binnenkomer. Als soigneur van een wielerploeg is deze jongen met de naam Sjors een bekende van hem. Frans heeft al een paar jaar een aantal sporters in behandeling. Vandaag voor het eerst in zijn Meander praktijkkamer in plaats van onze studeerkamer. ‘Goh, wat een gezellige plek hier’ roept Sjors uit. ‘Lekker licht overal en kan ik kiezen uit vijf behandelkamers?’
Mijn agenda is leeg
Lachend verdwijnen Frans en Sjors in een van de ruimtes. Terwijl ons gloednieuwe koffieapparaat zijn best doet, kijk ik vanuit mijn zitplaats naar de wachtruimte. Deze is voornamelijk gevuld met grote planten en gehuurde kunst aan de muur. Voor een x bedrag kan iedereen genieten van de creatieve uitspattingen van diverse kunstenaars. Ik heb het materiaal zorgvuldig uitgekozen. Met genoegen kijk ik naar een werk waar diverse witte vakantiehuisjes in een bijzonder uitdagend, kleurig landschap zijn gezet. Fantasie en realiteit lopen door elkaar. Ik droom even weg en denk aan een voorbije trip naar Italië waar het net geziene tafereel makkelijk inpasbaar is. Ik word uit mijn mijmering gehaald doordat het koffieapparaat geen geluid meer voortbrengt. Ik ben weer bij de les en schenk wat voor mezelf in. Wat nu? Aangezien niemand zich nog als klant heeft gemeld, is mijn agenda voor vandaag maagdelijk wit. Ik begin aan een actieplan voor de hele week, zodat ik in ieder geval wat structuur heb.
Vertrouwen in eigen kunnen
Frans zit inmiddels met Sjors aan de koffie, want zijn volgende klant heeft zich nog niet laten zien. Na een minuut of tien komt deze met veel verontschuldigingen binnen; hij heeft een ziek kind thuis en moest oppas regelen. Inmiddels heb ik mijn computer aangezet en bekijk mijn mail. Nog wat verlate felicitaties met de opening. Kijk, hier word ik nou blij van. Zoveel positiviteit! Mijn mondhoeken krullen flink omhoog. Leuk klusje om deze mailtjes even te beantwoorden. Gerinkel van de telefoon. Hé, een klant voor mij? Het is Eva, een vriendin. ‘Hoe is het op je eerste werkdag?‘ ‘Goed, maar onwennig. Je weet natuurlijk dat ik altijd hele drukke banen heb gehad. Eerder té veel werk dan te weinig. Nu moet ik zelf mijn klanten regelen.’ ‘Nou, Mar ik heb er alle vertrouwen in dat het je gaat lukken! Dit is wat je wilt, dus ga ervoor!’ We wisselen nog het een en ander uit over privézaken en ik rond het gesprek af. Ik blader weer eens door mijn agenda en zie dat ik verderop in de week een werkgroep-bijeenkomst heb met collega’s. Daar heb ik reuze zin in. Net zoals ik zitten er een paar startende ondernemers tussen.
Het wiel samen uitvinden
Altijd fijn om het wiel niet steeds zelf uit te vinden. Ik moet er dit keer voor naar Den Haag, omdat een van de leden geen auto heeft en onze afspraak bij haar thuis is. Zij verzorgt dan de lunch en dat doet ze met verve. Dat zijn culinaire feestjes, waar ik graag aan deelneem. De week erop heb ik voor het eerst een afspraak bij het Non, het Noordhollands Ondernemers Netwerk. Ik ben getipt door een kennis. Uitwisseling tussen ondernemers met kleinschalige bedrijven van allerlei aard, bedrijvenbezoek enzovoort. Natuurlijk heb ik eerst even gegoogeld. Wie weet wat het me zal brengen? Voordat ik er erg in heb, is het lunchpauze. Inmiddels voel ik meer rust in mijn lijf. Ik heb een beter idee van wat me allemaal te doen staat de komende tijd. Alles wat aandacht krijgt dat leeft, weet ik.