Selecteer een pagina

Een eigentijds verhaal

Sterretje staat miauwend voor de deur bij buurtkatten Luna en Moos.
‘Fijn dat je er bent’, zegt Luna. Moos ligt met zijn forse lijf uitgebreid op de bank en laat zich niet horen. Hij kijkt intussen naar buiten en denkt aan de tijd dat hij vol vuur op jacht ging, achter de vrouwtjes aan. Moos zucht diep en kijkt naar Sterretje. Hij weet dat die alles nog heeft. Nu even niet meer verder denken, want het ligt nogal gevoelig. Luna en hij wonen al een jaar of tien onder hetzelfde dak, dit is het dan.

Een hoofd vol gedachten
Sterretje schraapt zijn keel. ‘Moos, ik wil je even spreken. Kan dat nu of later op de dag?’
Geen enkele reactie. Moos heeft het nogal druk met zijn eigen gedachten. Het lukt hem maar niet om ze te verdrijven. Ik bén een kater, maar een gesneden kater. Ik voel me daar soms zo verdrietig onder, vooral als ik Sterretje zie of andere stoere katten. Ik wil nu niet janken, want dan moet ik uitleggen wat er met me aan de hand is en dat wil ik absoluut niet.
Op een dag is het plotseling gebeurd. Ik heb niet eens inspraak gehad. Tja, nu ben ik een ‘je weet wel’ kater. Ik ben dik geworden en ik voel me vaak een beetje sloom, maar als ik in de spiegel kijk heb ik best een knappe kop. Ik heb zelfs af en toe nog sjans. Gisteren nog, het cypertje van een paar huizen verderop heeft me een knipoog gegeven! Ik ga haar vandaag maar eens opzoeken als ik een beetje fit ben. Wie weet hebben we het heel gezellig met elkaar!

Overheersend gedrag
Sterretje gaat pontificaal voor hem staan, kijkt hem indringend aan en valt met de deur in huis.
‘Is het voor jou niet eens tijd om een ander huis te zoeken?’
‘Wát, wat bedoel je? Een andere plek, hoezo? Waar bemoei je je mee?’
Ik snap niet wat er aan de hand is met Sterretje. Wie is hij dat hij zomaar beslist waar of ik woon? Zou hij een oogje op Luna hebben en willen ze liever met zijn tweeën zijn?
‘Zeg Moos, doe nou niet zo verbaasd’, bijt Sterretje hem toe. ‘Je weet best wel waar het om gaat. Iedereen weet dat je heel vaak ruzie maakt. Met Luna, met mij en ieder beest die dichtbij jou in de buurt komt. Laat nu maar eens een andere voorstelling zien. Deze heeft een hele lange baard.’

Angstcultuur creëren
‘Ik zal eens opnoemen wat me allemaal dwars zit.
Als je eten ziet, dan is alles meteen voor jou. Je bent dan ook de vetste kater die ik ken. Je bent ziekelijk jaloers. Je bent onbehouwen. Je praat niet over jezelf, maar wel voortdurend over anderen en die zijn dan de gebeten hond. Je kijkt nooit eens naar je eigen aandeel. Je mept erop los als je te veel drinkt en dat komt nogal eens voor. Ik ben vast nog wel wat vergeten. Je speelt al een hele tijd de dictator. Vroeger was ik je vriend, maar dat is al lang niet meer zo.
Vind je het gek dat Luna mij heeft gevraagd om je de waarheid te zeggen? Je luistert totaal niet naar haar en eigenlijk naar niemand. Je bent onuitstaanbaar. Iedereen hier in de buurt wil dat je weggaat.
Kijk even naar buiten, dan zie je ze allemaal staan. Als ik jou was dan zou ik maken dat je wegkomt, voordat ze je gaan halen. We hebben genoeg van jouw gedrag.
Sterretje windt zich steeds meer op.

Niet langer doen of iets niet bestaat
Voor het eerst in zijn leven weet Moos niets te zeggen. Hij voelt dat Sterretje meent wat hij zegt.
Moos kijkt door het voorraam naar buiten en ziet een hele groep buurtkatten met spandoeken. Wegwezen, rust op de buurt, vrijheid, peace no war, leest hij nog net. Er zit niets anders op dan te vertrekken. Om te ontsnappen aan die grote boze groep, rent Moos door de achterdeur naar buiten.
Iedereen is opgelucht, Luna nog het meest. Weken en maanden gaan voorbij, ze geniet intens van het alleen wonen. Ze voelt zich niet eenzaam, want ze krijgt heel vaak bezoek. Toch kan ze Moos niet zomaar vergeten. Ze denkt vaak aan de tijd dat ze hem voor het eerst ontmoette.
Hij was aardig, slim, had humor en een grote vriendengroep. Langzaamaan begon hij te veranderen en werd uiteindelijk een zurige, vervelende, dominante kater.

Respect is het sleutelwoord
Inmiddels heeft ze hem een jaar niet gezien. Af en toe verschijnt hij nog in haar dromen. Hij woont in haar laatste droom in een boerderij, een stuk bij haar vandaan. Ze kan zelfs het adres lezen. Ze wil weten of deze informatie waar is en gaat op onderzoek. Daar aangekomen ziet ze Moos in de voortuin scharrelen. Ze kan haar ogen niet geloven en ze staren elkaar een hele tijd aan. Als eerste neemt Moos het woord.
‘Luna, ik heb een training gevolgd om een lievere kater te worden. Ik had het hoogste cijfer van de hele groep. Wil je weer met mij in één huis wonen? We hebben toch ook een goede tijd gehad?’
‘Ik snap wat je wilt, maar het werkt niet tussen ons. Ik wil geen herhaling van het verleden. We moeten elkaar loslaten en in vrijheid verder gaan. Het afgelopen jaar heb ik geleerd om duidelijker te zijn in wat ik voel en denk. Dus je weet nu waar je aan toe bent. Het allerbeste, het ga je goed!’
Rustig draait Luna zich om, nog lang nagekeken door haar ooit zo gewilde ex- vriend.

Verder lezen?
Ga dan naar https://margarethbeerepoot.nl/schrijf-je-eigen-sprookje/