Een interessante vraag. Ik krijg hem regelmatig in allerlei variaties te horen. Het begint al na de basisschool. Welk vervolgonderwijs past het beste? Hierna wordt het al wat specifieker. Studeren, maar wat dan? Werken, welke richting? Wat ga ik in mijn vrije tijd doen en wat als ik gepensioneerd ben en ver daarna? Kortom er is veel keuzestress.
Een duik in het verleden
Misschien had ik het wat makkelijker als de ‘gemiddelde’ mens, want ik wist al vrij vroeg dat ik ‘iets’ met mensen wilde doen. Verder mocht het niet saai zijn, veel afwisseling dus en ik wilde absoluut collega’s om me heen. Als ik zo terugkijk is dat allemaal heel aardig gelukt, hoewel ik natuurlijk ook weleens afslagen gemaakt heb waar ik minder happy mee was. Zoals mijn keuze om op hele jonge leeftijd in de psychiatrie met volwassenen te gaan werken. Hoewel ik later toch nog in die beroepsgroep (met jongeren) heb gewerkt, was mijn eerste ervaring met de psychiatrie toch minder avontuurlijk dan dat ik voor ogen had. Als kersverse leerling-verpleegkundige had ik kennis gemaakt met diverse werkplekken op het ziekenhuisterrein. De gebouwen lagen verspreid over het landgoed. In het midden een imposant monumentaal hoofdgebouw. Op het dak prijkte een torentje met uurwerk. Het geheel werd gelardeerd door weelderig groen.
Daag jezelf uit
Ik vond vooral de opname-afdeling interessant én spannend. Hier kwamen mensen met zeer uiteenlopende problematiek. Tijdelijk afstand nemen van dagelijkse zorgen vanwege een flinke depressie, burn-out, psychoses etc. had topprioriteit. Zo had ik b.v. gesprekken met een doorgedraaide kunstenaar. Zijn probleem was dat hij geen maat kon houden. Hij werkte tijdenlang hele nachten door, want dan had hij vooral veel inspiratie. Dit gegeven en een aardige hoeveelheid genuttigde drank maakte dat-ie niet meer ‘gewoon’ kon functioneren. Hij was totaal uitgeput. Even later werd een bipolaire stoornis vastgesteld. Voor mij een pittige uitdaging om hier te mogen werken.
Op ontdekkingsreis
Dat was alleen niet de plek waar ik mocht blijven. Achteraf snapte ik dat natuurlijk wel, als onervaren verpleegkundige had ik en de andere leerlingen met mij toen echt te weinig bagage. We mochten overal even aan snuffelen, voordat bepaald werd waar we voorlopig gestald zouden worden. Ik kwam te werken op één van de vele verblijfsafdelingen. Hier woonden patiënten die al heel lang geleden opgenomen waren. Volledig verhospitaliseerd, er zat weinig beweging in. Het grootste deel van de dag stond de woonkamer blauw van de rook. Voor de meeste mensen was roken hun grootste activiteit in een tijd dat dit allemaal nog mocht. Ik bereikte hier en daar een succesje om ze toch naar de creatieve therapie te krijgen of eens een ommetje te maken. Na een jaar vond ik het welletjes en bereidde me voor op een nieuw avontuur. Dit maal dook ik het onderwijs in om na enige omzwervingen toch weer terug te keren in de hulpverlening. Na meer dan dertig jaar werk ik nog steeds met veel plezier en voldoening in deze tak van sport.
Er is heel veel mogelijk
Ook privé liep het niet altijd zoals ik voor ogen had. Graag had ik b.v. de opvoeding van onze kinderen samen met Frans op fifty-fifty basis gedaan. Dat was onmogelijk te combineren met een eigen bedrijf en gaandeweg steeds meer personeel, maar in de tijd die ‘over’ was stonden de kids altijd op nummer één. Ook had ik geen keuze waar we samen zouden wonen. Dat was namelijk het huis bij het bedrijf. Dat waren gegevens waar niets aan veranderd kon worden. Ik ben blijven kijken naar alle mogelijkheden en dat waren er verrassend veel. Ondanks de waan van de dag heb ik altijd mijn eigen lijn aangehouden. Werk dat bij mij paste, opleidingen die me weer een stuk verder brachten, diverse hobby’s, en bovenal een liefhebbende echtgenoot, leuke kinderen met aardig wat pit en fijne vrienden.
Hoe zit het bij jou?
Pak pen en papier en geef antwoord op de onderstaande vragen zodat je kan ontdekken wat voor jou belangrijk is.
Wat vind je leuk en inspirerend om te doen? Schrijf alles op wat in je opkomt. Het maakt niet uit of je b.v. de goede vooropleiding hebt of niet. Daar gaat het nu niet om. Wat vind je absoluut niet leuk? Maak er een uitgebreide lijst van. Schrijf vervolgens van ieder punt het tegenovergestelde op. Dit zijn waarschijnlijk de dingen die je juist wél leuk vindt.
Waar ben jij goed in? Wat zijn jouw talenten? Vraag ook eens aan vrienden, kennissen en familieleden wat zij zien en weten van jou. Schrijf alles op wat er gezegd wordt.
Wat zou je doen als alles mogelijk is? Stel je eens voor dat je niet kan falen. Alles wat je onderneemt is gegarandeerd een succes. Wat wil je dan het liefste doen? Kies je dan voor ander werk? Schrijf het weer zo gedetailleerd mogelijk op. Je weet misschien nu wel wat je wilt met je leven, maar durft er nog niet van te dromen. Je bent namelijk bang dat het toch niet lukt.
Geef jezelf de tijd om bezig te zijn met de gegeven antwoorden. Praat er vaak over met mensen uit je directe omgeving. Je zult gaan ontdekken wat je echt wilt. Ook al neem je af en toe een spontaan gekozen of superinteressante zijweg, je komt toch weer uit op jouw hoofdweg. Succes!!